APOCYNACEAE
 
Deze Pachypodium komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Afrika waar ze in woestijnen of in het droge struikgewas groeit. Het is ook een relatief kleinblijvende soort die maar tot 2 meter hoog zou worden. In cultivatie zal dit uiteraard een stukje lager liggen. De verhouding hoogte/dikte is wel opmerkelijk en valt daardoor wel in de smaak bij de liefhebbers van dikke caudex-achtige stammen. De stam heeft een witgrijze schijn met een mooie bedoorning. De bladeren zijn blinkend en leerachtig en vormen een kleine kroon in de kop van de plant. Eens ze wat groter zijn kan je ze aan het bloeien krijgen en vormen ze een mooie cluster witte bloemen, vandaar de Afrikaanse naam 'Koedoelelie'.
 
Volle zon, in het groeiseizoen water geven wanneer het substraat droog komt. In het najaar watergift verminderen en volledig stopzetten in de winter om wortelrot te vermijden.